De aardpeer – Gezond, lief voor diabetici en eenvoudig zelf te kweken
Iedereen weet dat er naast appels ook peren bestaan. Volgens het spreekwoord mag je ze weliswaar niet met elkaar vergelijken, maar onwillekeurig zullen veel mensen dat toch doen. Het zijn nu eenmaal redelijk vergelijkbare vruchten, ondanks de verschillen.
Weinig mensen zullen echter weten dat ook onder de grond zowel appels als peren voorkomen. Naast de overbekende aardappel groeit daar namelijk ook de aardpeer. Een fraaie naam voor een wat onaanzienlijke, knoestige knol, die in werkelijkheid soms meer op gember lijkt dan op een peer.
De aardpeer is een echt wintergewas en wordt normaal gesproken geoogst van de eerste vorst tot ergens in maart. Nu hebben we deze winter nog nauwelijks vorst gehad, maar toch kun je de aardpeer al maandenlang kopen. Over het algemeen niet in gewone supermarkten, maar je maakt een goede kans in de biologische supermarkt.
Waarom ik dit allemaal vertel?
Vier redenen:
1. De aardpeer is gezond
De aardpeer is bijzonder voedzaam, licht verteerbaar en zit bovendien boordevol vitamines en mineralen. Precies wat een mens nodig heeft tijdens de winter. Verder zou de aardpeer de groei van een gezonde darmflora bevorderen en zelfs een positieve rol spelen bij het tegengaan van obesitas en botontkalking (bron).
2. De aardpeer is lief voor diabetici
Bij het verteren van aardappels wordt zetmeel omgezet in glucose. Hierdoor loopt de bloedsuikerwaarde op en dat is iets wat diabetici te allen tijde willen voorkomen. De aardpeer daarentegen bevat geen zetmeel maar inuline. Dit is net als zetmeel een koolhydraat, maar dan van een soort die door de mens niet wordt verteerd. Hierdoor blijft de bloedsuikerspiegel onaangetast en kunnen ook diabetici onbekommerd aardperen eten.
Bijkomend voordeel is dat inuline zich verbindt met de al in het spijsverteringskanaal aanwezige koolhydraten (waardoor die niet in de bloedbaan kunnen komen) en sneller dan zetmeel een verzadigingsgevoel veroorzaakt (waardoor teveel eten of snoepen wordt voorkomen).
3. De aardpeer is veelzijdig in de keuken
De smaak van de aardpeer is lichtelijk zoet, notig en heeft iets van een artisjok. Hij laat zich koken, stoven, bakken, stomen, frituren en zelfs rauw eten, waardoor hij zich in de keuken uitgebreid laat combineren. Zie bijvoorbeeld deze verzameling recepten met aardpeer.
De meest algemene bereidingswijze is om aardperen te koken, in weinig water en ongeveer 10 à 20 minuten (afhankelijk van de grootte en persoonlijke voorkeur). Voeg een paar druppels citroensap toe om verkleuring te voorkomen. Kook niet te lang, want dan vallen de knollen uit elkaar. Boen de aardpeer vooraf goed schoon en snij verdikkingen zoveel mogelijk weg. Vervolgens pel je na het koken de schil van de aardpeer, wat een stuk makkelijker is dan vooraf schillen. Ook kun je ervoor kiezen om de schil gewoon mee op te eten.
4. De aardpeer is eenvoudig zelf te kweken
De aardpeer is een sterke, meerjarige plant die zich ook in de armste grond eenvoudig laat kweken. Alles wat je daarvoor nodig hebt, is een handvol knollen uit de winkel. Die stop je in maart in de grond, ongeveer 10 tot 15 centimeter diep en met een onderlinge afstand van zo’n 35 centimeter. Ga je een heel veld aanleggen, houd dan tussen de rijen ongeveer een meter aan. Besef overigens wel dat de aardpeer een bijzonder productief gewas is: 2 vierkante meter levert gemiddeld al een jaaropbrengst van zo’n 10 kilo eetbare knollen op.
Aardperen blijven bovengronds slechts een paar dagen goed, dus plant ze zo snel mogelijk na aankoop. Mocht je de knol in maart niet meer aantreffen bij de biologische supermarkt, geen nood, want dan kun je ‘m waarschijnlijk nog wel bestellen als pootgoed. Bijkomend voordeel is dat je in dat geval bewust voor een bepaalde variant kunt kiezen.
Bemesting heeft de aardpeer niet nodig en ook ziekten en plagen maken over het algemeen niet veel kans. Zorg er wel voor dat de aardpeer geen natte voeten krijgt, want daar kunnen de knollen van gaan rotten. Tijdens de zomer groeit de aardpeer uit tot een rijzige, stevige plant die wel 2,5 meter hoog kan worden. In goede zomers kan het gewas bovendien uitbundig en zeer fraai gaan bloeien, met gele bloemen die aan mini-zonnebloemen doen denken.
Vanaf 7 maanden na de aanplant (ergens in oktober), kan het oogsten beginnen. Aangezien de aardpeer volledig vorstbestendig is, kun je dat de hele winter blijven doen. Tot ongeveer in maart. Belangrijk hierbij is dat je de bodem als voorraadschuur gebruikt en de knollen slechts per maaltje uit de grond haalt. Eenmaal boven de grond is de aardpeer namelijk een kwetsbare groente die je het beste binnen een paar dagen bereidt.
Tot slot
- De meeste soorten aardperen hebben de neiging te gaan woekeren als niet alle knollen geoogst worden. Schrikt dat je af, dan kun je ze eventueel ook in een grote bak of pot telen.
- De aardpeer is geen vervanger van de aardappel, juist doordat hij inuline bevat en geen zetmeel. Voedingstechnisch kun je hem het beste inschalen als groente.
- Het verorberen van (te)veel aardperen kan darmkrampen en winderigheid veroorzaken. Eet ze dus met mate en bij voorkeur niet vlak voor publieke verplichtingen.
Relevante links
– Praktische tips voor teelt en consumptie
– Voedingswaarde van de aardpeer
– Het medische verhaal achter de aardpeer (inclusief info voor diabetici)
– Aardperenleverancier Vreeken
– Recepten met aardpeer
– Meer recepten met aardpeer