Dostojevski’s grootinquisiteur: rolmodel voor het WEF

Luisterend naar uitspraken van de top van het World Economic Forum (WEF) dacht Lietje Perizonius terug aan wat zij vele tientallen jaren geleden las in een klein boekje met als titel: ‘Christus en de grootinquisiteur’, dat een hoofdstuk uit de roman ‘De gebroeders Karamazov’ van Fedor Dostojevski bevat.

Grootinquisiteur El Greco

Zoals de grootinquisiteur in dit verhaal zich spiegelt aan Christus en vindt dat hij deze overtreft, zo spiegelen boegbeeld Klaus Schwab en WEF-huisfilosoof Harari zich aan God en vinden zij dat zij God overtreffen.

Ze zetten zich in voor het vervangen van de door God geschapen mens en beogen een ‘nieuwe’ mens te creëren, een efficiëntere, meer winstgevende en gehoorzamere versie. Een daartoe genetisch gemodificeerde trans-humaan. Geen mens en geen robot, maar iets daar tussenin. Een nieuwe soort, die zij prefereren boven de huidige.

In het verhaal laat Dostojevski Christus terugkeren op Aarde, en wel in de 16de eeuw, in de Spaanse stad Sevilla. Binnen een paar uur na zijn verschijnen wordt hij herkend, heeft hij een meisje uit de dood gewekt en liggen er mensen aan zijn voeten. Dan komt de grootinquisiteur met zijn gevolg hem arresteren en komt hij in de cel terecht. De grootinquisiteur zoekt hem daar op en spreekt hem toe.

Vijftien eeuwen werk van de kerk

Hij deelt de gevangene mee dat hij niet kan waarderen dat deze zijn werk komt verstoren. Werk dat hem al vijftien eeuwen inspanning heeft gekost. Zo lang immers is de kerk, sinds de kruisiging, bezig om de mensen te geven waaraan zij naar zijn mening behoefte hebben.

Als de gevangene gekomen is om de gemoederen van de mensen opnieuw te verstoren met zijn ideeën over vrijheid, zo vervolgt hij, dan is dit werk helemaal voor niks geweest. Het is de gevangene dan ook niet toegestaan ook nog maar één woord toe te voegen aan wat hij al eerder zei. Bovendien laat de grootinquisiteur hem weten dat hetzelfde volk dat vandaag de zoom van zijn kleed heeft gekust, er morgen geen moeite mee zal hebben het vuur aan te jagen van de brandstapel, waartoe hij veroordeeld zal worden.

Lees maar mee in het boekje:

“Hebt gij het recht om iets van de mysteries van de wereld vanwaar ge komt, te verkondigen? Neen, gij hebt dat recht niet, ge moogt niets meer toevoegen aan uw woord. Ge moogt de vrijheid van de mens niet in gevaar brengen. Ik wil U vrijmaken, hebt ge zo dikwijls gezegd.”
Dan schamper: ”Hebt ge ze gezien, die vrije mensen? (..) Ja, het kwam ons duur te staan, wij hebben het tenslotte in uw naam volbracht. Vijftien eeuwen heeft die vrijheidsvraag ons gekweld, maar nu is ons werk voltooid, uiteindelijk volbracht!(..) Waarom ontsteekt u niet in toorn? Nu zijn de mensen ervan overtuigd dat ze vrij zijn, geheel vrij; ons echter hebben ze die vrijheid gebracht. Dit hoogste goed hebben ze heel gehoorzaam aan onze voeten gelegd. Dat is nu ons werk! De mens is als opstandig wezen geschapen, kunnen opstandigen gelukkig zijn? Wij willen echter niet de vrijheid als hoogste goed, maar het rustig geluk der mensen als hoogste goed. (..) Gij hebt de enige weg tot het menselijk geluk verworpen; gelukkig echter hebt gij ons de voortzetting van uw werk opgedragen, gij kunt ons dat recht niet meer ontnemen.” (Merk op dat ‘het rustig geluk der mensen’resoneert met ‘you will own nothing and be happy’van het WEF, LP).

Tegenstellingen in de menselijke natuur

Samenvattend legt de grootinquisiteur dan uit, dat die vrijheid, hen zonder het aardse brood niet zal vervullen, omdat tuchteloosheid de mens is ingeschapen. Dat dit tot gevolg heeft dat vrijheid voor allen nooit erg lang samen kan gaan met brood voor allen. Dat hij met de zijnen de enigen zijn die in staat zijn de mensen een gevoel van vrijheid te geven en voor hen het eerlijk verdelen van het brood op zich zullen nemen. Dat zij hen moeten voorliegen en hun zeggen dat ze dat doen uit naam van de gevangene en dat de mensen erom zullen blijven smeken door te beloven altijd gehoorzaam te zijn.

Terwijl ik dit schrijf, komen de woorden van het Onze Vader in mij omhoog, ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ en ‘Leid ons niet in verzoeking’. Heeft die verzoeking iets te maken met de drie verzoekingen van de duivel waar de gevangene in de woestijn niet op inging?

Vrijheid als kwelling

Hij vervolgt: “Wij zullen ze dus verzadigen in uw naam,” en legt uit dat de mensen zullen inzien, dat vrijheid voor ieder en genoeg brood voor ieder tegelijk onverenigbaar zijn, omdat zij hun teveel aan bezit nooit zullen kunnen verdelen. “Gij hebt hun het hemelse brood beloofd, ik vraag u echter: Kan in de ogen van deze zwakke, zondige en eeuwig ondankbare mensen dit brood begeerlijker zijn dan het aardse? (..) Of is u slechts de kleine schare van sterke en grote geesten dierbaar en niet de grote massa der arme kleine zielen die u toch ook zo graag vereren wil? (..) Wij hebben ook de zwakken lief, al zijn ze opstandig en zondig,juist zij worden onze gehoorzaamste knechten. (..) Wij zullen dan zeggen dat wij u gehoorzaam zijn en regeren in uw naam. Daarmee bedriegen wij ze, immers nooit meer zullen wij u bij ons dulden.(..)

Wij moeten wel, U hebt geweigerd aan de vraag van het volk te voldoen. ‘Kom van dat kruis af’, vroegen ze. ‘dan weten we zeker dat u bent wie u zegt te zijn, de zoon van uw vader. Ingebed in die vraag zit het grote mysterie verstopt van de mens die wil aanbidden (..) maar dan ook wel graag samen. Om te voldoen aan die collectieve behoefte hebben de mensen eeuwenlang oorlog gevoerd. ..) Gij kende die eigenschap van de mens wel, maar weigerde u onder die vlag te laten aanbidden. Alles ter wille van de vrijheid en van de hemelse manna.”

Samenvattend vervolgt hij dat alleen hij die het geweten van de mens tot rust kan brengen, het geschenk van die vrijheid zal kunnen aanvaarden. Dat de macht van het aardse brood heel groot is, maar niet groot genoeg om de mens ervan te weerhouden zijn geweten door de ander te laten verleiden en die ander er de baas over te laten spelen. (..)
“U heeft geweigerd zich meester te maken van het menselijk geweten. Daarmee heeft u hun vrijheid alleen maar nog groter gemaakt. Terwijl de grootste kwelling voor de mens juist is het moeten kiezen tussen goed en kwaad. Het is verleidelijk, een vrij geweten te hebben, maar het is ook een marteling. Hebt ge niet voorzien dat de mens zoveel vrijheid zou verwerpen? Dat het juk van gewetensvrijheid te zwaar voor hem is? De kiem van het vernietigen van die vrijheid heeft u, door hoe u uw werk deed, zelf geplant.

De verzoekingen in de woestijn

De grootinquisiteur gaat dan in op de drie vragen die ‘de wijze geest in de woestijn’ aan de gevangene stelde. Deze ‘wijze geest’ wordt in de bijbel als duivel geduid. Bij Dostojevski heten de drie verzoekingen, vragen. Deze bevatten, aldus de grootinquisiteur, de hele geschiedenis van de mensheid. Ze gaan over de onverzoenlijke tegenstellingen in de menselijke natuur.

Lees maar weer mee:

“Gij verliet de wereld”, zegt hij tegen de gevangene, “met de belofte van vrijheid, die voor de overgrote meerderheid der mensen voelt als een niet te torsen last. Als gij voor de hongerigen stenen in broden veranderd zou hebben, zouden ze u nagelopen zijn en zich gehoorzaam aan uw voeten hebben geworpen, uit angst dat u anders ophoudt wonderen voor hen te doen. Gij wilde echter de mensen niet van hun vrijheid ontdoen en zei: ‘De mens kan van brood alleen niet leven.’

De grootinquisiteur legt dan uit dat het een groot wonder was dat aan de gevangene in de woestijn de drie vragen gesteld werden, die als hij daaraan beantwoord had, ervoor hadden kunnen zorgen dat de mensen de gevangene eeuwig aanbeden zouden hebben. “Gij echter hebt de banier geweigerd die u aangeboden werd en waarmee gij allen had kunnend dwingen u alleen te aanbidden, de banier van het aardse brood; gij hebt die geweigerd ter wille van de vrijheid en het hemelse manna. Ik zeg u immers dat de mens geen groter kwelling kent dan dit geschenk van vrijheid (..) en geen rust heeft alvorens hij dit geschenk heeft overgedragen aan een ander.”

Hij praat door en zegt dat de mens zich hoe groot de macht van het aardse brood ook is, toch aan die macht zal willen onttrekken, zodra er een ander komt die zijn geweten verleidt en zich daarvan meester van maakt. ”Wat hebt gij echter gedaan? In plaats van u meester te maken van het geweten der mensen, hebt gij hun vrijheid nog vergroot. Hebt gij dan niet begrepen dat er voor de mens geen groter kwelling bestaat dan de vrije keuze tussen goed en kwaad? (..) gij hebt dus gehandeld als iemand die de mensen niet liefheeft, gij, die ter wille van de mensen uw leven hebt geofferd. (..) Gij hebt getracht te bereiken dat de mens u vrijwillig zou volgen naar de inhoud van zijn hart. Hebt gij dan nooit vooruit gezien dat hij (..) u zou verwerpen omdat het (..) juk van gewetensvrijheid te zwaar voor hem zou worden? (..) Wat werd u echter aangeboden! Er zijn drie machten (..) op aarde, waarmede men het geweten van deze onmachtige rebellen (..) tot rust kan brengen en in bezit kan nemen, deze machten zijn: het wonder, het mysterie en de autoriteit! Gij hebt ze alle drie in woord en daad verworpen.

Hij praat door, ik vat samen. Hij zegt dat toen tegen de gevangene gezegd werd, ‘als u Gods zoon zijt, werp u dan naar beneden’- dit omdat God dan engelen zou sturen om hem op te vangen – hij daar niet aan beantwoordde. Dat hij die verleiding weerstond. Maar zouden velen dat kunnen, zou de menselijke natuur in staat zijn het wonder te laten liggen? Zou de mens in staat zijn de knellendste vragen op te lossen, in overeenstemming met de vrije keuzen en beslissingen van hun hart? Zouden zij met alleen hun hart in het aangezicht van God durven treden? Wist de gevangene niet dat de mens als hij het wonder verwerpt dat ook in een en dezelfde beweging met God zou doen?

Ook was de gevangene niet van het kruis afgestapt, toen ze daarom vroegen. ‘U wilde niet dat de mens zich met behulp van een wonder aan u zou onderwerpen. U wilde een vrij geloof voor de mensen. U wilde liefde in vrijheid, niet in onderdanigheid, zoals van een slaaf. ’Had de gevangene de mens niet te hoog aangeslagen? De mens was zwak en ook klein. Maar ook trots als een schooljongen die in opstand komt tegen zijn meester, om er later in tranen achter te komen dat zijn schepper hem schiep als een opstandig wezen en hem indien nodig bespot. Hij vervolgt, dat als de mens deze zienswijze voorstaat en uitspreekt, dit godslastering wordt genoemd. Intussen, gaat hij verder, kunnen de overige miljoenen mensen de betekenis van dit alles totaal niet doorgronden.

Hij vraagt of de gevangene echt alleen voor de kleine schare die dit wel kan bevatten naar de aarde is gekomen, noemt dat een mysterie en zet het mysterie dat hij met de zijnen als mysterie zien daar tegenover. Hij vindt niet de vrije keuze van het hart en de liefde het belangrijkst, maar het blindelings volgen, zelfs als het geweten zich daartegen verzet. Wij vinden dat we uw werk hebben verbeterd en hebben het op drie pijlers gegrondvest, het wonder, het mysterie en de autoriteit.

Een wereldrijk vestigen

De gevangene zwijgt nog steeds, de grootinquisiteur praat door. ’Zeg het mij: Hadden wij niet gelijk om zo te handelen? Hebben wij niet getoond de mensen lief te hebben, door deemoedig hun onmacht in te zien? (..) Waarom zwijgt ge toch en ziet gij mij slechts doordringend aan? Zacht is uw blik. Ontsteek liever in toorn, ik wil uw liefde niet, want ik heb u niet lief. (..) Alles wat ik u zeg, was u reeds bekend. Ik zie het in uw blik. Ook ons mysterie kan ik niet meer verbergen: (..) wij zijn niet meer met ú, maar met hém! (hém is de vragensteller in de woestijn, LP) (..)reeds achthonderd jaar. (..)

Ik vat samen: ‘Wij hebben juist datgene van hem ontvangen wat u in heilige verontwaardiging teruggewezen had, toen hij u alle rijken der aarde toonde. Gij zei dat het ware Godsrijk heerst over de harten der mensen en niet over de zichtbare wereld.(..) Wij namen Rome en het zwaard en de keizer, wij riepen onszelf uit tot aardse koningen, tot de enige heersers, al hebben wij dat werk nog niet volbracht (..) maar wij zullen het volbrengen (..) en pas dan zullen wij ons geheel wijden aan het almenselijk geluk op aarde.’

Hij vervolgt met (samenvattend LP): Had u dat wel gedaan, dan had u aan de grootste wens van de mensheid voldaan: het verlangen naar een wereldrijk dat alles en allen omvat? Een eenheid die allesomvattend is? U zou daarmee wereldheerschappij en -vrede hebben gegrondvest. Wie anders kan over de mensen heersen dan hij die het geweten der mensen tot rust brengt en hun voorziet van het aardse brood?”

Opmerking: vergelijk het voorafgaande met de woorden van Klaus Schwab: “U zult niets bezitten en gelukkig zijn” en met de plannen voor globaliseren en een New World Order.

Dostojevski’s grootinquisiteur vervolgt:

(samenvattend, LP): Er zullen nog eeuwen voorbijgaan, voordat de mens in zijn diepste val, ons om hulp komt smeken. Dan pas kan het tijdperk van vrede en geluk zijn intrede doen. Wij zijn immers in het bezit van het wonder, het mysterie en van de autoriteit. Daarmee brengen we rust en vrede, aan állen. U brengt dat alleen aan de uwen. Bij ons zal geen rebellie zijn. Wij zullen de massa’s ervan overtuigen dat ze pas echt vrij zijn als ze afstand doen van hun vrijheid en zich aan ons overgeven. Zelf komen zij pas tot die overtuiging als zij aan de gruwelen denken van de dwaalwegen waartoe de vrijheid van u geleid heeft. Het zullen de zwakken zijn, de ongelukkigen die zich tot ons zullen keren. ‘Neem ons tegen onszelf in bescherming’, zullen zij smeken. Hun onderwerping aan ons is hun enige uitkomst. De kudde is dan bij elkaar.

U had hen hooghartig gemaakt door hen te verheffen. Zij zullen afleren trots te zijn en terugkeren naar het veel zoetere kindergeluk. Zij zullen ons vrezen en ook bewonderen omdat wij hen konden temmen. We zullen hun zeggen dat elke zonde gedelgd kan worden, op de voorwaarde dat wij er niet onkundig van blijven. Wij zullen onszelf voor God met hún zonden beladen. Zo zullen zij tot ons komen met de geheime kwellingen van hun geweten. Zij zullen gelukkig zijn. Wij zullen het mysterie behoeden en hun beelden schetsen van hemelse goedheid.

Uw terugkomst werd voorspeld. Wij zullen zeggen dat u alleen de úwen kwam redden, maar dat wij hen állen hebben gered. Tegen u zeggen we, veroordeel ons als u durft! Ik vrees u niet. Ook ik was in de woestijn. Ik heb de vrijheid gezegend die u aan de mensen wilde geven, maar ben tot bezinning gekomen. Ons rijk zal gegrondvest zijn. Morgen zal op de eerste wenk van mijn hand de kudde aan komen stormen om het vuur aan te steken waarop u zult branden zal. Dixi (ik heb gesproken, LP)

Dostojevski besluit het hoofdstuk als volgt:

De gevangene blijft zwijgen. Plotseling staat hij op en kust de grootinquisiteur op de bloedeloze mond. Deze opent de deur en zegt, ‘Gaat heen en komt nooit meer terug”. De gevangene gaat heen. En de grootinquisiteur? De kus brandt hem op het hart. Brandt. Brandt. Brandt. Keek hij terug op zijn leven, dat gewijd heette te zijn aan de navolging van hem, in wiens naam hij zo meedogenloos zijn werk had volbracht? Was het de zo lang onderdrukte stem van zijn hart, die hem dreef tot deze laatste rechtvaardiging?

Nawoord

De parallellen met de uitspraken van het WEF springen er uit en laten zien dat we met een spirituele strijd van eeuwen van doen hebben. Kiezen we deze keer voor het willen dragen van vrijheid? Zijn we in staat onze eigen gevangene vrij te laten uit de cel in ons eigen innerlijk?

Bron

De citaten en samenvattingen komen uit een hoofdstuk van ‘De gebroeders Kamazarov’ van Fodor Dostojevski, hier onder de naam Christus en de grootinquisiteur, uitgegeven door Servire, Den Haag. Het kleine boekje is een Nederlandse bewerking, inclusief narede van Ir.D.J.Kruytbosch, tweede en herziene druk.
(ISBN bestond nog niet en een jaartal ontbreekt)

Van De Gebroeders Karamazov van Fjodor Dostojevski – de voornaam van Dostojevski wordt nu anders geschreven, Fjodor – bestaat uiteraard een recente vertaling. In de uitgave daarvan in de serie LJ Veen Klassiek, Amsterdam/Antwerpen, 23e druk 2022, staat het in deel 2, in het vijfde boek daarvan, nummer V. Het heet hier, De grootinquisiteur, p. 326.
ISBN 978 90 204 1545 2.

Gerelateerd

De bende van Davos gooit alle remmen los, maar wij zijn er ook nog

Christian Westbrook (Ice Age Farmer): “Dit gaat over veel meer dan vaccinaties, voedselvoorziening en grondrechten.”

Hoe we de totalitaire machtsgreep weerstaan en UN Agenda 2030 het nakijken geven

 

Wil je een seintje per e-mail ontvangen bij iedere nieuwe posting op TransitieWeb?
Klik dan hier.

Wil je jouw reactie plaatsen bij dit artikel?

Ga dan met je cursor helemaal naar de bodem van deze pagina. Daar vind je een invulscherm. Je kunt daar je reactie intypen of inplakken. Het kan soms geruime tijd duren voordat je reactie zichtbaar is.
Als je reageert kun je ook instellen dat je een seintje krijgt bij nieuwe reacties en/of bij nieuwe berichten.

Wil je dit artikel delen met anderen?
Maak dan bij voorkeur gebruik van e-mail. Zo is de kans een stuk kleiner dat je bericht gecensureerd wordt.

 

Dit vind je misschien ook leuk...

3 reacties

  1. Margie schreef:

    Er zijn/waren vele russische auteurs welke waardevolle boeken hebben geschreven
    We ~ Yevgeny Zamyatin
    Het boek geschreven in 1921 kwam uit in het engels in de sovyet was het gebanned tot 1954.
    Het was tevens de basis voor andere schrijvers;
    Huxley, Orwell, Ayn Rand o.a.

    Yevgeny Zamyatin, this story of the thirtieth century is set in the One State, a society where all live for the collective good and individual freedom.

    mises.org/library/we

  2. Ine Breukelaar schreef:

    Wat mij ooit werd doorgegeven is: ieder mens die zich God voelt handelt als een duivel.

  3. Ik ben je heel dankbaar voor het publiceren van dit artikel dat me al vele maanden op het hart lag en met de zorgvuldigheid die je daarbij betrachtte. Hulde daarvoor, Lietje Perizonius

We stellen je reactie op prijs. Je kunt hem hieronder plaatsen. Probeer zo kort en bondig mogelijk te zijn. Als je echt wat meer woorden nodig hebt, dan is 300 woorden het maximum. Alle reacties worden gemodereerd. Het kan daarom even duren voordat je reactie zichtbaar is. Wil je een link opnemen in je reactie, vergeet dan niet er https:// voor te zetten.